Wi-Fi : meer is niet altijd beter

Digitale behoeften veranderen: werknemers stellen hogere eisen aan hun werkplek en gebruiken steeds data-intensievere applicaties en websites. Ook bij bezoek van klanten en partners wordt goede connectiviteit op kantoor vanzelfsprekend geacht. Wat kun je als organisatie doen zodat de draadloze service die je biedt altijd doet wat ervan gevraagd wordt? En misschien even belangrijk: hoe houd je de controle, zowel over het gebruik van Wi-Fi, de veiligheid en de kosten?

Wi-Fi heeft niet de beste reputatie op gebied van snelheid en betrouwbaarheid. Iedereen kent de situaties waarin je op het netwerk wilt kunnen vertrouwen en het werkt niet: in de trein, in een hotel of op bezoek bij een klant. Wanneer connectiviteit kosteloos wordt aangeboden, liggen de verwachtingen lager, maar idealiter werkt het net als thuis. Toch is dat vaak niet het geval. Daar zijn allerlei redenen voor te geven. De daadwerkelijke oorzaak valt pas echt te begrijpen (en op te lossen) als je weet hoe Wi-Fi werkt.

Obstakels in Wi-Fi-technologie

Wi-Fi is een radiotechnologie. Via radiocommunicatie maakt een client (bijvoorbeeld een pc, laptop of smartphone) verbinding met een access point (AP). Verkeer tussen beide punten vindt niet tegelijkertijd plaats en al op afstanden van 1 meter of meer vindt signaalverlies plaats. Dat komt onder meer door externe interferentie, oftewel verstoorders zoals radiosignalen, GSM-verkeer of objecten die in de weg zitten. Zeker als er daarbij ook nog sprake is van meerdere Wi-Fi-netwerken die over dezelfde radiobandbreedte proberen te communiceren. Ook moet het signaal vaak door een muur of wand en bedient de router of AP vaak meerdere apparaten tegelijkertijd. Het signaalverlies treedt bij verbindingen over koper en glaskabel pas op na honderden meters.

Zulke factoren bemoeilijken dat het informatiepakketje dat van A naar B moet, in precies de gewenste toestand overkomt. Maar wat kun je eraan doen om die overplaatsing naar 100 procent te tillen?

Zonder begrip van de werking lijkt de oplossing vaak te liggen in het verhogen van capaciteit: het bijplaatsen van access points of overschakelen op een AP met meer zendvermogen. Ook kiezen organisaties soms voor de in hun ogen meest voor de hand liggende route. Ze leggen extra kabels en switches aan, met allerlei bijkomende kosten voor installatie en onderhoud.

Bijplaatsen van AP’s is als het toevoegen van extra rijbanen op een snelweg met filevorming. Weliswaar kunnen op diezelfde snelweg meer auto’s rijden, maar als de afritten dezelfde capaciteit behouden, blijft de file gelijk. Hetzelfde geldt voor een hogere snelheid: als een sportwagen aan dezelfde regels moet voldoen als een boodschappenwagen en dus de maximale snelheid gelijk blijft, zal de reis van A naar B even lang duren.

Zo is het met Wi-Fi ook: als de ‘verkeersregels’ niet veranderen – bij Wi-Fi gaat het dan om de regels voor clients en applicaties – blijft de impact van een theoretisch gunstige maatregel beperkt. Ook terugvallen op 4G- of 5G-technologie blijkt vaak een misrekening. Naast het verlies op controle en het ontbreken van garanties, zijn de kosten van zo’n invulling met technologie gericht op telefoonnetwerken een veelvoud van dezelfde invulling met een goed Wi-Fi-netwerk.

Analyse op basis van behoeften en daadwerkelijk gedrag

Het wordt een ander verhaal als je een infrastructuur slimmer inricht. En zelf de verkeersregels gaat bepalen. Begin met de vraag wat je als onderneming wilt aanbieden. En vervolg daarna met een analyse van de volledige situatie om tot een snel en betrouwbaar netwerk te komen. Doe onderzoek naar om hoeveel en welke client-apparaten in je omgeving zitten (en kunnen zitten!), waar worden ze gebruikt, door wie? En hoe zit het met de bouwconstructies in het pand en wat is het applicatieprofiel van de organisatie? Wat zijn ontwikkelingen in de business die verandering voorspellen? Antwoorden op deze vragen voorkomen verrassingen en laten ons het ideale Meraki netwerk voor jouw organisatie samenstellen.

Nog iets weten over Wi-Fi? Stel een vraag!